SPREEKvaardigheid

Mondeling presenteren

Presentatietechnieken van Steve Jobs

https://youtu.be/7IEF2ri31ok

  

Wat verstaan we onder mondeling presenteren?

In de werkwijzer 'stappenplan spreken' gaven we algemeen aan hoe je in verschillende spreeksituaties aan de slag kan. Het ging dus ook over tweegesprekken (dialogen) en groepsgesprekken. Met 'mondeling presenteren' bedoelen we heel duidelijk 'spreken voor een publiek'.

Hoe je dit aanpakt leggen we uit in deze werkwijze.

Oriënteren

1. Wat is de opdracht?

Wat is het onderwerp?

  • Is het een zakelijke of creatieve opdracht?
  • Wat weet je al over het onderwerp?

Wie is je publiek?

  • Bestaat het publiek alleen uit bekenden: leerlingen, leerkrachten, ouders, familieleden...?
  • Bestaat het publiek ook uit onbekenden: ouders van medeleerlingen, onbekende leerkrachten, een jury, leerlingen uit andere leerjaren, andere toeschouwers...?
  • Bestaat het publiek uit kinderen, jongeren, volwassenen, senioren...?
  • Wat weet je publiek al over het onderwerp?

Wat is je spreekdoel?

  • Ga je het publiek iets over een onderwerp vertellen (informeren), het publiek van mening doen veranderen (overtuigen), het aansporen om iets te doen (activeren), het ontroeren of ontspannen (animeren)?

Tijdens het hele proces (dus voor, tijdens en na het spreken) moet je rekening houden met je spreekdoel en doelgroep (=publiek)!

2. Overloop vroegere spreekopdrachten

Denk na over spreekervaringen uit het verleden.

  • Hoe heb je die momenten ervaren? Waarom?
  • Wat lukte er wel/niet?
  • Hoe kan je dit nu anders aanpakken?
  • Waarop ga je bij deze spreekopdracht letten?

Voorbereiden

1 Denk na over het onderwerp.

  • Wat is het onderwerp dat je moet behandelen?
  • Wat is de kerngedachte die je wil overbrengen?

2 Verzamel zoveel mogelijk informatie.

  • Noteer wat je al weet over dit onderwerp.
  • Brainstorm over het onderwerp (mindmapping, woordspin, verbanden leggen ...)
  • Overloop de W-vragen: Wie, Wat, Wanneer, Waarom...
  • Raadpleeg bronnen om extra informatie te vinden: internet, bibliotheek, naslagwerken, kranten, tijdschriften... Hoe je dit moet doen, staat beschreven in aparte werkwijzers (informatieverwerving en -verwerking).
  • Doe een beroep op specialisten (bv. reisbureaus, organisaties...) om aan extra informatie te geraken.

3 Breng alle informatie samen.

4 Selecteer de nodige gegevens.

  • Waar kan je je publiek zeker mee boeien?
  • Met welke informatie bereik je je spreekdoel?
  • Houd rekening met de kerngedachte.

5 Opbouw van de presentatie.

  • Zorg voor een duidelijke structuur en een logische ordening van de verschillende deelonderwerpen.
  • Je kan dit schriftelijk voorbereiden met schrijfkaders.

Meer info hierover vind je in de werkwijzer 'SCHRIJFkaders gebruiken'.

  • Een goede structuur bereik je met IMS: Inleiding - Midden - Slot.

Inleiding

  • Zorg voor een origineel begin.

Bv.: gebruik een citaat, vertel een kortverhaal, doe een uitspraak, stel een vraag aan je publiek, doe een test met je publiek, laat je publiek zelfs iets doen ...

Bij een goede mondelinge presentatie verras je het publiek met dat wat ze niet direct verwachten. Kom dus anders uit de hoek. Durf experimenteren.

  • Vermeld het onderwerp zeker in de inleiding.

Midden

  • Schrijf alle informatie uit in alinea's (één deelonderwerp per alinea) en laat de alinea's logisch op elkaar aansluiten.

Slot

  • Zorg voor een mooie afronding van je mondelinge presentatie. Een mondelinge presentatie die plots afgebroken wordt, eindigt in mineur.

Bv.: benadruk de kerngedachte nog eens, bedenk dan vooraf aan welke vragen je je mag verwachten.

6 Zet de uitgeschreven spreekopdracht om in een schema.

  • Raadpleeg eventueel de werkwijzers 'Een schema maken' en 'Soorten schema's'.
  • Noteer je schema op een apart blaadje of op steekkaarten. Je kan hierop terugvallen tijdens de mondelinge presentatie.

7 Voorzie presentatiemateriaal.

  • Bekijk hoe je je mondelinge presentatie extra kracht kan bijzetten door eventueel volgend materiaal te voorzien: bv. posters, vlaggen, een maquette, voorwerpen, een PowerPointvoorstelling, een werkstuk, een filmfragment, muziek, aankleding van het lokaal...

8 Repeteer je mondelinge presentatie.

  • Oefen thuis verschillende keren je presentatie.
  • Let op je stemvolume, uitspraak, articulatie, taal, houding, mimiek. Oefenen voor de spiegel werkt echt!
  • Als je repeteert voor een oefenpubliek, laat het dan opbouwende commentaar geven, zodat je je spreekopdracht nog kan verbeteren.

Uitvoeren

Nu komt de eigenlijke spreekopdracht eraan. Denk steeds aan je spreekdoel en je publiek.

  • Observeer je publiek.
  • Verzorg je uiterlijk en je houding.
  • Tracht je zenuwen onder controle te houden: adem enkele keren diep in en uit, vlak voor de presentatie. Dit helpt echt!
  • Neem een rustige houding aan. Als je niet goed weg weet met je handen, laat ze gewoon rusten naast je lichaam of neem een voorwerp vast (bv. steekkaarten met schema, balpen, pointer voor PowerPoint...).
  • Sta niet te wiebelen. Zorg voor een stabiele houding: benen netjes naast elkaar of licht gespreid.
  • Praat niet te snel. Jij kent de boodschap, maar je publiek niet. Geef het publiek de tijd om alle informatie te verwerken.
  • Kijk je publiek aan, maak ook oogcontact tijdens het spreken. Op deze manier weet je of je het publiek mee hebt.
  • Vermijd dialectwoorden of dialectische klanken.
  • Articuleer goed. De toeschouwers moeten elk woord kunnen verstaan.
  • Praat luid genoeg, zodat ook het publiek achteraan je kan verstaan. Meestal is het pas goed wanneer je denkt dat je overdrijft met je spreekvolume.

Als je goed voorbereid bent, moet je geen angst hebben voor een mondelinge presentatie!

Reflecteren

Hoe is je mondelinge presentatie geweest?

  • Wat ging er goed? Waar ging het fout?
  • Waar liep het anders dan in de voorbereiding?
  • Is de kerngedachte overgekomen bij het publiek?
  • Heb je je spreekdoel bereikt?
  • Heb je op elk moment (voorbereiding, uitvoering) rekening gehouden met je doelpubliek?
  • Had je presentatie een duidelijke opbouw?
  • Heb je luid, duidelijk en niet te snel gesproken?
  • Ben je origineel uit de hoek gekomen (inleiding, slot)?
  • Heb je extra presentatiemateriaal voorzien en dit goed gebruikt?
  • Wat vond het publiek van je presentatie?
  • Wat zou je volgende keer anders aanpakken?
©2021 Katia Genyn KdG  Vakgericht Vernieuwen
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin