Tekst schematiseren

Stappenplan

1 Bron noteren:

• titel
• auteur
• boek/ tijdschrift/ adres internetsite
• plaats en jaar van uitgave
• uitgeverij

2 Lees de tekst oriënterend.

Bekijk de buitenkant van de tekst: titel, afbeeldingen, tussenkopjes, anders gedrukte woorden.

3 Lees de tekst eerst globaal, nadien grondig.

Noteer het onderwerp van de tekst aan de hand van volgende vragen:

• Wat staat er in de inleiding?
• Wat staat er in het slot?
• Wat staat er in het middenstuk?

4 Stel vast wat het tekstdoel is.

Noteer het tekstdoel: informeren / zijn mening geven / overtuigen / amuseren.

5 Wat zijn de hoofdzaken?

• Hoofdzaken vind je vaak in de kernzinnen van de alinea's.
• Onderstreep de kernzinnen in de tekst.
• Schrijf de hoofdzaken in steekwoorden op.

6 Wat zijn de verbanden tussen de hoofdzaken?

In alle teksten hangen zinnen en alinea's met elkaar samen. Wat de zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben noemen we het verband. Verbanden kan je herkennen aan signaalwoorden (zie instructiekaart SIGNAALWOORDEN).

• Noteer de signaalwoorden en de regelnummers in de tekst.
• Kies zelf signaalwoorden bij verbanden die je herkent.

7 Maak het schema:

• Voor meer info over het aanbod van schema's, neem je de instructiekaart SOORTEN SCHEMA'S.
• Kies een geschikt schema.
• Noteer de kernwoorden.
• Geef de verbanden aan met tekens.

8 Vertel de tekst na met het schema.